Gezichten lezen vanaf het scherm | Coronablog #7
We zijn gewend geraakt aan communiceren via het scherm. Het gebrek aan reistijd biedt voordelen en we merken dat als omstandigheden goed zijn de communicatie ook echt kwaliteit kan hebben. Het is mogelijk elkaars gezichten te lezen en ons verbonden te voelen met elkaar. We realiseren ons vaak niet meer dat dit nog maar relatief kort onze werkelijkheid is. Maar ineens kan er een moment zijn waarop het communiceren weer bijzonder ongemakkelijk voelt. Dat gebeurde mij tijdens een moment van perspectiefwisseling in een online voortgangsgesprek.
Door Edith Pijpers
Digitale verbondenheid
‘We zullen doorgaan’, dit bekende lied van Ramses Shaffy was dit jaar de openingssong van de Passion. En ja, we zullen doorgaan, omdat we niet anders kunnen en ook omdat we merken dat het voelen van verbondenheid online mogelijk is. Laatst gaf ik les aan een groep schoolleiders van de Master Educational Leadership (MEL). De studenten hebben elkaar nog nooit live gezien. En toch hebben ze al zo’n band met elkaar opgebouwd! We kunnen elkaars gezichten lezen en durven ons kwetsbaar op te stellen en realiseren ons vaak niet meer, dat dit nog maar relatief kort onze werkelijkheid is. Het voelt zo vertrouwd en zo veilig als groep. Kennelijk is het dus mogelijk: je kunt een band opbouwen via het scherm. Als de omstandigheden (lees: de internetverbinding en de plaats en positie van de deelnemers) goed zijn, kun je verbaal en non-verbaal communiceren. Je kunt gezichten lezen via het scherm, elkaar leren kennen en waarderen. Eén van de schoolleiders overpeinsde: “Als we elkaar straks live mogen zien, dan zal ik misschien wel moeten wennen. Zal die vertrouwdheid er dan ook weer direct zijn?”
Een tijdje geleden voerde ik twee voortgangsgesprekken. In de ochtend met een zij-instromende leerkracht en zijn coach op de basisschool. Beiden heb ik nog nooit live gezien. Ze zitten samen in een klaslokaal en ik zit thuis in mijn werkkamer. Ik geniet als toeschouwer van het gesprek. Wat is het mooi om deze twee mensen samen te zien. En wat is er veel te zien via het scherm! Ik zie de betrokkenheid en het verantwoordelijkheidsgevoel van de zij-instromer. Ik zie de zorg, het scherpe zicht op ontwikkeling en de compassie van de coach.
Knalgroot op het scherm
‘s Middags voer ik opnieuw een gesprek. Dit keer met een zij-instromende schoolleider en haar twee begeleiders. Ik zit nog steeds in mijn werkkamer thuis. Zij zijn met z’n drieën in een werkruimte op de school. Het is even passen en meten, maar dan zijn ze alle drie, op afstand van elkaar, zichtbaar in mijn beeld. En dan ineens is er een perspectiefwissel en realiseer ik me wat zij daar met z’n drieën zien. Mijn hoofd knalgroot op het digitale scherm! Met z’n drieën luisteren ze naar en praten ze tegen mijn grote hoofd. Het is voor mij bijzonder confronterend. Ieder lijntje en iedere porie is zichtbaar! Alle mimiek is uitvergroot. Ik vraag het direct na: “Volgens mij zien jullie mijn gezicht nu heel groot?” Er wordt bevestigend geantwoord en zelfs een foto gemaakt en doorgestuurd via Whatsapp. Ik moet echt even schakelen, want ik realiseer met dat het lezen van mijn gezicht wel een heel bijzondere lading krijgt: te lezen zoals de koppen van de Telegraaf, zo zichtbaar ben ik op het scherm. Ondanks dat ik het idee niet goed van me kan afzetten, moeten we door. En ik wil ook door want we voeren een goed gesprek ook al is mijn hoofd knalgroot op het digibord.