Is Lesson Study méér dan collegiale consultatie?(1)
In mijn dagelijkse beroepspraktijk als consultant Lesson Study krijg ik nog wel eens te horen: ‘Het bij elkaar in klas kijken en nabespreken kan net zo goed door middel van collegiale consultatie. Collegiale consultatie is veel praktischer, geeft minder werklast en is beter realiseerbaar met de huidige lerarentekorten’. Een aannemelijke argumentatie, echter de werkelijkheid is anders. In dit blog zal ik ingaan op de overeenkomsten en verschillen tussen collegiale consultatie en Lesson Study én de meerwaarde van Lesson Study ten opzichte van collegiale consultatie.
Door Henk Logtenberg
Professionalisering
Guskey (2000) beschrijft professionalisering van leraren als ‘processes and activities to enhance the professional knowledge, skills, and attitudes of educators so that they might, in turn, improve the learning of students’. Doelen zijn, veranderingen: (a) in de klassenpraktijk van leraren; (b) in opvattingen en attitudes van leraren; (c) in de leeropbrengsten van leerlingen. Collegiale consultatie en Lesson Study proberen beiden aan deze beschrijving van Guskey te voldoen. Maar wat is de werkelijkheid?
Collegiale consultatie - Lesson Study
Klifman (2014) geeft aan dat de term collegiale consultatie nog geen vaste betekenis heeft of verwijst naar vaste eenduidige gestandaardiseerde praktijk. Hij concludeert dat er sprake is van collegiale visitatie/lesbezoek als collega’s (peers) elkaars lessen bezoeken en hun waarnemingen na afloop teruggeven aan de geobserveerde collega. Er is sprake van een functionele samenwerkingsrelatie (tussen consultatievrager en -gever), vaak gebruikmakend van een observatielijst.
Hendriksen (2000) beschrijft collegiale consultatie als een gesprek tussen twee collega’s om actuele werkvragen te bespreken, dat gericht is op advisering en probleemoplossing. De gespreksrelatie is gelijkwaardig en vindt naar behoefte plaats. In een klein verkennend kwalitatief onderzoek van DeWeerdt (2016) wordt collegiale consultatie als een collaboratief, ontwikkelingsgericht en wederzijds proces d.m.v. peerobservatie beschreven. Peerobservatie ligt dicht tegen de huidige onderwijspraktijk van collegiale consultatie aan. Kenmerken van peerobservatie zijn: het cyclische peerobservatieproces, eenduidig peerobservatiemodel en structurele inzet.
Lesson Study is in de literatuur omschreven als een gestructureerde integrale methode om te werken aan de professionalisering van leraren (Murata, 2011). Het is een methodiek van in de school opleiden/trainen, waarbij leraren van elkaar leren door bijeenkomsten voor, tijdens, en na lesuitvoeringen (Ishii, 2018). Kenmerken van Lesson Study - bij de originele Japanse versie - zijn: schoolbreed, structureel, cyclisch, onderzoeksmatige verbetering van het onderwijsleerproces op basis van leerlingendata (toetsen, observaties), heterogene teams, met behulp van een externe deskundige.
Overeenkomsten en nuances
Overeenkomsten tussen collegiale consultatie en Lesson Study zijn: (a) professionalisering die gericht is op leraren, al dan niet cyclisch; (b) gelijkwaardigheid van de partners; (c) inhoudelijk gericht. Waarbij aan toegevoegd moet worden, dat bij collegiale consultatie het inhoudelijke aspect kan variëren van lesontwerp en realisering van de les tot en met werkvormen, interactie tussen leerlingen, leerling-leraar relatie en organisatie. In de Japanse benadering van Lesson Study staan het schoolthema, met de focus op (vak)inhoudelijke onderwerpen centraal. I.t.t. het meer ‘lokale’ karakter (klassenbezoeken tussen twee leraren) bij collegiale consultatie, is Lesson Study een schoolbreed proces, dat meer inbedding heeft in de actuele onderwijsinhoudelijke context. Hierdoor is Lesson Study kansrijker bij een duurzaam schoolontwikkelingsproces.
Paradox
Bij de uitvoering van Lesson Study trajecten kom ik soms reacties tegen als: ‘Twee uur lang één les voorbereiden, dat doe je in de praktijk toch ook niet? Wat een verhoging van de werklast! Hoe wil je zo’n leraren-intensief-traject in de praktijk realiseren, met de huidige lerarentekorten?’ Op zich gerechtvaardigde vragen. Maar soms worden deze veronderstelde praktische bezwaren iets te gemakkelijk geopperd om Lesson Study te vervangen door collegiale consultatie. Want in het kleinschalige onderzoek over collegiale consultatie van DeWeerdt (2016) blijken dezelfde praktische bezwaren – tegen Lesson Study - óók te gelden tegen collegiale consultatie. Maar ook andere herkenbare tegenargumenten tegen Lesson Study komen in het onderzoek van DeWeerdt voorbij: weerstand tegen een vreemde in de klas; angst om de autonomie te verliezen; teveel administratie; weinig bijgedragen aan de opbrengsten van de leerlingen op schoolniveau. Hoewel collegiale consultatie blijkt te scoren bij de emotionele en psychologische steun die leraren elkaar onderling kunnen geven, blijken paradoxaal genoeg de vooronderstelde voordelen van collegiale consultatie t.o.v. Lesson Study niet realistisch te zijn.
In deel 2 van dit blog komt de meerwaarde van Lesson Study aan de orde en hoe je Lesson Study binnen de schoolpraktijk kunt opstarten.
Literatuur:
Hargreaves, A. & O’Connor, M. (2018). Collaborative professionalism. London: Corwin
Hendriksen, J. (2000). Collegiale consultatie en coaching. Amsterdam: Boom Nelissen