Mirthe van de Mast: "De taal mag er zijn. Dat is het gevoel dat ik wil meegeven"
Mirthe werkt op een reguliere basisschool en geeft les in groep 3. De school heeft een diverse leerlingenpopulatie. Bij Mirthe in de klas zitten onder andere leerlingen die drie of vier jaar in het Nederlandse onderwijssysteem zitten. Een leerling uit Jemen, een nieuwkomer, was voor haar de aanleiding om de post-hbo-opleiding Specialist Nieuwkomersonderwijs te volgen. Mirthe merkte dat ze behoefte had aan meer kennis en verdieping.
Kritisch op eigen handelen
"Op school is er veel kennis over NT2, maar bij nieuwkomersonderwijs komt ook het sociaal-emotionele aspect naar voren. Dat is heel anders dan alleen taal", vertelt Mirthe.
"De verwerving van een nieuwe taal gaat bij jonge kinderen snel. Eerst heb ik mij daar enorm over verbaasd, maar nu weet ik dat dit een gegeven is. Ik kijk nu kritischer naar wat ik doe. Ik ben me er ook bewust van geworden dat we al heel veel goed doen, maar nu weet ik waarom en kan ik het onderbouwen vanuit de theorie."
Gezamenlijke thema's bespreekbaar maken
"Ik vind het heel interessant om aan de hand van een persona te werken. De leerlingen hebben allemaal hun eigen cultuur, normen, waarden en achtergrond. Door het werken in leerteams tijdens de opleiding, krijg je inzicht in meerdere culturen omdat we onze opgedane kennis en uitgewerkte opdrachten met elkaar bespreken.
Onderdeel van de opleiding Specialist Nieuwkomersonderwijs is het leren omgaan met kinderen en trauma. Een trauma door een oorlog is van een andere categorie dan gescheiden ouders. Maar ik zoek vaak naar een gezamenlijk thema om in de klas te bespreken zodat de leerlingen elkaars achtergrond ook leren kennen."
Betrokken ouders in het onderwijs
"Vaak wordt er op scholen gezegd: "We praten alleen Nederlands". Daar ben ik wel van teruggekomen. Het gebruik van de moedertaal is juist heel belangrijk. Hoe beter de kinderen hun eigen taal beheersen, hoe beter de tweede taal daaraan gehangen kan worden. Ik ben van plan ouders meer te betrekken bij het onderwijs. Zij kunnen voorlezen in hun eigen taal, of helpen bij het thema ‘woorden vertalen’. De taal mag er zijn. Dat is het gevoel dat ik wil meegeven. Het besef van wereldburgerschap: we zijn allemaal anders. Nederland is zo klein en de wereld zo groot.”