MOC-tip van de maand #3 | Filosoferen met je leerlingen? Gewoon gaan doen!
Filosoferen: misschien klinkt het als iets moeilijks en alleen weggelegd voor bollebozen, maar niets is minder waar. Het is leuk en leerzaam voor alle leerlingen. Lees verder hoe je kunt beginnen.
Twanderhalf
“Waarom noemen we één en een half wel anderhalf, maar tweeëneenhalf geen twanderhalf?” Als leerkrachten erop gaan letten, horen ze dit soort verrassende opmerkingen regelmatig in hun klas. Kinderen verwonderen zich van nature over hoe de wereld in elkaar zit. Maar meestal blijven dergelijke spannende gedachten onbesproken. En dat terwijl in verwondering veel motivatie zit om diep na te denken.
Natuurlijke verwondering
Inspelen op natuurlijke verwondering van kinderen vraagt wat oefening. Je gaat dan als leerkracht bezig met vragen waar geen eenduidig antwoord op is. Waar je dus ook zelf het juiste antwoord niet op weet. De opbrengst van samen met je klas je tanden zetten in zo’n vraag is dan ook niet per se inhoudelijk. De winst zit hem in het denkproces zelf. Samen nadenken, redeneren, naar elkaar luisteren, voortbouwen op de argumenten van een ander, gedachten aanscherpen….
Filosoferen
Dat aanscherpen van je gedachten: dat begint als kinderen zin hebben om in te gaan op een prikkelende vraag, zoals: Moet een verhaal een begin hebben? Kun je licht vangen? Kun je alles leren? Kan een bloem je vriend zijn? Stel je zo’n filosofische vraag aan leerlingen, dan opent zich een ander vakje in hun hoofd dan wanneer je vraagt wat de hoofdstad van Frankrijk is. Er gaan radertjes aan het werk, die ze gedurende de normale schoolse bezigheden minder activeren. En het leuke is, dat alle kinderen het fijn vinden om met zulke vragen bezig te zijn. Of je goede leerresultaten hebt voor rekenen of begrijpend lezen doet er bij filosoferen lekker even niet toe.
Hoe verder na de vraag?
Een prikkelende vraag stellen om met je klas op te kauwen is één ding. Maar dan? Hoe zorg je dat leerlingen om beurten iets gaan zeggen, dat iedereen iets mag bijdragen, dat er tijd is om na te denken? Met een paar eenvoudige tips, kom je al een heel eind, merken Henriette Hoogenkamp en Mirjam Stroetinga, wanneer zij trainingen Filosoferen met kinderen geven in het basisonderwijs, zoals:
- Zet een bakje in de klas, waar kinderen door de week hun spannende gedachten en bijbehorende vragen in kunnen stoppen. Op een vast moment gaat het bakje open en gaat de klas nadenken. Enthousiasme gegarandeerd!
- Introduceer een filosofische vraag met een verhaal, een filmpje, een lied, zodat je al een wereld opent waar over nagedacht kan worden.
- Geef kinderen daarna eerst de kans om hun gedachten te vormen, door een woordweb, tekening of slogan te maken. Dat zorgt ervoor dat ieder kind, ook het stillere, iets in handen heeft bij aanvang van het gesprek. Deelnemen wordt daar makkelijker van.
- Gebruik een hulpmiddel om beurten te verdelen. Sommige leerkrachten werken met een vertelstok: het kind dat die in de hand heeft, mag zijn gedachten vertellen.
- Zorg voor een paar extra vragen die je kunt inzetten als het gesprek stilvalt.
- Is het gesprek ‘afgedwaald’ van de filosofische vraag? Zeg dan: Hoever zijn we eigenlijk met het beantwoorden van de vraag waar we mee begonnen?
- Ga je het gesprek afronden? Vraag dan: hoever zijn we gekomen met onze vraag, en met welke vraag willen we de volgende keer verder gaan?
Nog meer lezen?
Op de website www.filosovaardig.nl vind je veel waardevolle en praktisch toepasbare info over filosoferen met kinderen.
Wil je aan de slag met filosoferen met kinderen? Bekijk dan het aanbod van het MOC of neem contact op met m.stroetinga@hsmarnix.nl