Zij-instromers: je moet er wel in geloven!
Het aannemen van zij-instromers wordt gezien als één van de manieren om het lerarentekort op basisscholen tegen te gaan. Ze hebben een grote ambitie voor het leraarsvak en zijn enorm gemotiveerd om de stap in het diepe te wagen. Voor het vakblad Basisschoolmanagement schreef Edith Pijpers een artikel over zij-instromers die met hun gedreven professionaliteit en frisse blik de diversiteit in een team vergroten.
Meer dan noodzakelijk kwaad
Zij-instromers in het primair onderwijs waren tot voorkort een fenomeen dat we vooral kennen uit het verleden. De laatste tijd staan ze echter weer volop in de belangstelling. Al worden ze soms gezien als noodzakelijk kwaad: de zij-instromer is een surrogaatleraar, omdat er geen 'echte' te vinden is. Deels is dit begrijpelijk, want de berichtgeving over zij-instromers is lang niet altijd positief. Zoals bijvoorbeeld de risico’s van het werken met onervaren leraren en de kans dat zij-instromers vroegtijdig het bijltje erbij neergooien omdat het traject te zwaar blijkt te zijn. Maar eenzijdige negatieve berichtgeving maakt ook onbemind. Als we zij-instromers alleen zien als een noodzakelijk kwaad, missen we kansen. Ze zijn juist van meerwaarde voor een school als ze slagen in het leraarsvak.
Professional met bagage
Zij-instromer word je niet zomaar. Ze waren eerst logopedist, politieman of bijvoorbeeld pedagoog en verlaten hun vertrouwede professie om de stap in het diepe te wagen. Dat betekent nogal wat. Vaak kiezen zij-instromers voor het leraarsvak uit ambitie. Een ambitie om een leraar van betekenis te zijn voor leerlingen. Én een ambitie die niet altijd door de omgeving wordt begrepen.
Zo weet ook zij-instromer Matthieu Spekkers, voormalig wetenschappelijk onderzoeker. “Ik kreeg veel steun toen ik mijn besluit wereldkundig maakte, maar het waren niet alleen positieve reacties die ik ontving”, vertelt hij. “Iemand vroeg me bijvoorbeeld of ik ‘de intellectuele uitdaging niet ging missen’. Alsof het leraarschap, met al zijn dimensies en verantwoordelijkheden, niet intellectueel uitdagend is.”
De school als leer- en werkplek
Nadat het geschiktheidsonderzoek succesvol is afgerond, start de zij-instromer niet alleen met de pabo maar ook direct met werken op de basisschool. Schoolleiders zullen bij het aanstellen van een zij-instromer moeten investeren in de communicatie met collega’s en ouders. Eventuele vrees en wantrouwen dienen erkend te worden, want ze zijn goed in te denken. Want naast de krachtige ambitie van de zij-instromer is het aannemelijk dat er gevoelens van onzekerheid komen. Juist omdat ze een leraar van betekenis willen zijn. Zo weet ook zij-instromer Annemieke van den Hoven: “Je staat direct voor de klas. Dat is een harde, maar snelle leer school. Je komt er telkens achter dat je dingen nog niet weet en dat is confronterend.”
Wisselwerking en management van verwachtingen
Voor het slagen van het avontuur als zij-instromer, is het managen van verwachtingen en de communicatie hierover essentieel. “Een goede begeleiding door een mentor op de werkplek is van groot belang”, vertelt Matthieu Spekkers. “Maar cruciaal is de samenhang. Want als zij-instromers niet duidelijk kunnen maken aan hun mentor waar zij hulp bij nodig hebben, zijn de resultaten er niet.” Een goede begeleiding kan in de realiteit van de dag onder druk komen te staan. Dan is meer dan ooit de proactieve houding van de zij-instromer zelf van belang.
Zij-instromer José van der Steen vond het niet makkelijk om zelf aan de bel te trekken. “Het is lastig om te laten merken dat je feedback wil, omdat je daar misschien mee aangeeft dat het niet goed gaat. De feedback die ik uiteindelijk heb gekregen, heeft mij een betere leerkracht gemaakt. In de waan van de dag zijn er weinig mensen op de werkvloer die rekeninghouden met je status als onervaren leerkracht. Het is belangrijk dat je dit durft aan te geven en je collega’s daarop wijst.”